Grensoverschrijdend arbeidsongeschikt

01 juni 2023 Geschreven door: Stéphanie Heijtlager

Moet het UWV de mate van arbeidsongeschiktheid die volgens Slowaakse wetgeving is vastgesteld overnemen?

Soms komt het wel eens voor dat een werknemer zowel in Nederland verzekerd is (geweest) voor de werknemersverzekeringen én in een ander land een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt en vervolgens een WIA-uitkering aanvraagt. Moet het UWV dan rekening houden met de mate van arbeidsongeschiktheid van de werknemer die op grond van buitenlandse wetgeving is vastgesteld?

Die vraag heeft de Centrale Raad van Beroep beantwoord in de uitspraak van 15 maart 2023 (ECLI:NL:CRVB:2023:506).

De verzekerde in deze zaak stelt dat het UWV op grond van art. 27 lid 8 Vo 987/2009 verplicht was het door het Slowaakse ‘UWV’ (Socialna Poistovna) vastgestelde arbeidsongeschiktheidspercentage over te nemen en dat het UWV bij de WIA-beoordeling de verdiencapaciteit van de verzekerde moet vaststellen op basis van functies in Slowakije, want daar woont hij. In Slowakije ontvangt de verzekerde een uitkering naar een arbeidsongeschiktheidspercentage van 75% (eerst 55%), maar heeft geen recht op een WIA-uitkering in Nederland (< 35% ao).

De Raad stelt vast dat de Europese Verordening waar de verzekerde zich op beroept inderdaad regelt dat de door een arts van een lidstaat vastgestelde medische bevindingen dezelfde juridische waarde heeft in een andere lidstaat. Dat betekent echter niet volgens de Raad dat ook het arbeidsongeschiktheidspercentage van de Slowaakse arbeidsongeschiktheidsverzekering overgenomen moet worden. De artikelen uit de Europese Verordening waar de verzekerde zich op beroept zien namelijk niet op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (invaliditeit), maar op uitkeringen in verband met prestaties bij ziekte en moederschaps-/vaderschapsuitkeringen.

Pas als de regels en voorwaarden met betrekking tot arbeidsongeschiktheidsuitkeringen tussen lidstaten overeenstemmen, dan kan het arbeidsongeschiktheidspercentage dat door een orgaan in een lidstaat is vastgesteld, ook bindend zijn voor (in dit geval) het UWV. Nu de Slowaakse arbeidsongeschiktheidsuitkering niet overeenstemt met de Wet WIA, was het UWV niet verplicht het Slowaakse arbeidsongeschiktheidspercentage over te nemen. Wel moet het UWV rekening houden met de documenten en medische informatie die door het Slowaakse orgaan zijn verzameld en (op)vastgesteld.

Hoe zit het dan met de geduide functies in het kader van de WIA-beoordeling?

De verzekerde woont in Slowakije en niet in Nederland, mag het UWV zich bij de WIA-beoordeling (verdiencapaciteit) baseren op Nederlandse functies? Voor de verzekerde zou wellicht afzetten van zijn maatmaninkomen tegen functies in Slowakije leiden tot een arbeidsongeschiktheidspercentage van meer dan 35%. Ik kan mij namelijk voorstellen dat het loonniveau in Slowakije lager ligt dan in Nederland.

Ook met dit standpunt maakt de Raad korte metten. Het Schattingsbesluit, artikel 9 aanhef onder a, is helder:

“(…)

in aanmerking wordt genomen die algemeen geaccepteerde arbeid waarmee betrokkene per uur het meest kan verdienen, waaronder mede wordt begrepen arbeid waarvoor bekwaamheden nodig zijn die algemeen gebruikelijk zijn en binnen zes maanden kunnen worden verworven, tenzij betrokkene niet over dergelijke bekwaamheden beschikt en als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek dergelijke bekwaamheden niet kan verwerven. Onder deze bekwaamheden worden ten minste verstaan mondelinge beheersing van de Nederlandse taal en eenvoudig computergebruik. Deze arbeid wordt nader omschreven in de vorm van ten minste drie verschillende in Nederland uitgeoefende functies. Deze functies vertegenwoordigen ieder ten minste drie arbeidsplaatsen. De gegevens met betrekking tot de in aanmerking genomen functies, met alle daaraan verbonden specifieke aspecten inzake belasting, beloning en opleidingseisen mogen op het moment van de datum waarop de ter gelegenheid van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling gegeven beschikking betrekking heeft, niet ouder zijn dan 36 maanden;

(…)”

Slotsom: de verdiencapaciteit wordt vastgesteld aan de hand van de geschiktheid voor functies in Nederland, ook als de verzekerde in het buitenland woont en alleen als de regels en voorwaarden met betrekking tot arbeidsongeschiktheidsuitkeringen tussen lidstaten overeenstemmen, dan kan het arbeidsongeschiktheidspercentage dat door een orgaan in een lidstaat is vastgesteld, ook bindend zijn voor het UWV. Dat laatste is in Nederland überhaupt niet aan de orde, omdat Nederland niet op de bijlage VII bij Vo 883/2004 wordt genoemd.

Gerelateerde artikelen